Inventaris


Verantwoording Inventarisatie

SNS Historisch Centrum

Inventaris


1972-1987

De Gelders-Utrechtse Spaarbank (GUS) te Wageningen

De Gelders-Utrechtse Spaarbank (GUS) te Wageningen is in 1972 ontstaan na het samengaan van de Nutsspaarbank te Wageningen (1846), de Nutsspaarbank in de gemeente Renkum (voorheen Nutsspaarbank Oosterbeek) (1869), de Gemeentespaarbank, later Bondsspaarbank te Arnhem (1834), Bondsspaarbank de Spaarbank voor Ede (1872), de Bondsspaarbank Bennekom (tot 1966 een bijkantoor van Wageningen en van 1966 tot 1971 zelfstandig) en tot slot de Bondsspaarbank Nijmegen, in 1969 ontstaan uit een fusie tussen De Spaarbank van 1850 te Nijmegen (1850) en de Gelderse Spaarbank "Nijmegen" (1919)




1De Gelders-Utrechtse Spaarbank en de Spaarbank Limburg vormen samen in 1987 de Samenwerkende Nederlandse Spaarbanken (SNS).

2 Het is niet duidelijk hoe de naam van deze bank luidde: Nutsspaarbank in de gemeente Renkum (voorheen Nutsspaarbank Oosterbeek) óf  Nutsspaarbank Oosterbeek, zoals in 1967 in het vakblad voor spaarbanken staat.

3 Hoewel de fusie met de Nutsspaarbanken Wageningen en Renkum en de Bondsspaarbanken Nijmegen en Bennekom in 1971 plaatsvond, vierde de Spaarbank Ede in 1972 het honderdjarig bestaan nog onder eigen naam.
4 Het oprichtingsjaar is niet duidelijk: 1966 of 1967.

*Van deze bank is geen archiefmateriaal aangetroffen


Download inventaris Gelders-Utrechtse Spaarbank



Terug naar inventaris overzicht




Gelders Archief
Westervoortsedijk 67-D,

6827 AT Arnhem
Tel: (026) 3521600
Fax: (026) 3521699
E-mail:
info@geldersarchief.nl
www.geldersarchief.nl


Gelders-Utrechtse Spaarbank te Wageningen (1972-1987)1



 





GESCHIEDENIS EN VERANTWOORDING VAN DE INVENTARISATIE VAN DE GELDERS-UTRECHTSE SPAARBANK EN RECHTSVOORGANGERS VAN DE SNS




De Gelders-Utrechtse Spaarbank te Wageningen ontstond in 1972 uit een fusie tussen de Nutsspaarbank Wageningen, de Nutsspaarbank Oosterbeek, de Spaarbank voor Ede en de Bondsspaarbank Bennekom. In 1973 fuseerde de bank met de Bondsspaarbank Nijmegen en in 1981 sloot ook de Gemeentespaarbank te Arnhem zich bij de Gelders-Utrechtse Spaarbank aan.

De Gelders-Utrechtse Spaarbank kende een districtenstructuur die min of meer overeenkwam met het werkgebied van de rechtsvoorgangers. Tot en met 1981 bestonden drie districten: het district Ede, het district Nijmegen en het district Wageningen. Na 1981 kwam er een vierde district bij: het district Arnhem. Tot ongeveer 1981 presenteerden de kantoren in de districten zich nog onder hun vertrouwde namen, vergezeld van de toevoeging ‘deel uitmakend van de Gelders-Utrechtse Spaarbank’. Tot één stichting behorend vond men dus kantoren die uiteenlopende namen voerden: Bondsspaarbank (Nijmegen, Bennekom), Nutsspaarbank (Wageningen, Oosterbeek) of Spaarbank (Ede). Pas in 1982 presenteerden alle spaarbankkantoren zich als kantoor van de Gelders-Utrechtse Spaarbank.

In 1986 betrok de Gelders-Utrechtse Spaarbank een nieuw hoofdkantoor te Wageningen. Op het adres ‘Plantsoen 25’ verrees een nieuw kantoorgebouw ten behoeve van de directie, de stafmedewerkers en de centrale diensten van de spaarbank.

In 1987 fuseerde de Gelders-Utrechtse Spaarbank met de Spaarbank Limburg tot de Samenwerkende Nederlandse Spaarbanken (SNS).














































































































 


































Gelders-Utrechtse Spaarbank te Wageningen, 1972 – 1987

De Nutsspaarbank Wageningen werd op 24 april 1846 opgericht door het departement Wageningen van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. Statutair was bepaald dat de helft van de winst werd uitgekeerd aan het departement. De andere helft mocht bij het reservekapitaal worden gevoegd. In de statuten van 1931 werd vastgelegd dat de winstuitkering aan het departement alleen mocht plaatsvinden als de reserve meer dan 10 procent van het inleggerstegoed bedroeg, met een maximum van 8000 gulden. Tot 1934 had de bank kosteloos 2 lokalen in gebruik in het gebouw van het Nutsdepartement aan de Stationsstraat 1. Op 11 juli 1934 werd een eigen gebouw in gebruik genomen, waarvan de bovenste verdiepingen werden verhuurd aan het bestuur van het Nutsdepartement.

In 1970 had de bank kantoren in Amerongen, Doorwerth, Heteren, Renkum, Rhenen, Veenendaal en Zetten. Ook werd zitting gehouden in Driel en hadden rijdende bijkantoren standplaatsen in Wageningen, Rhenen, Veenendaal, Ochten, Opheusden, Randwijk en Renswoude.

In 1971 fuseerde de bank met de Nutsspaarbank Oosterbeek, de Spaarbank voor Ede en de Bondsspaarbank Bennekom tot de Gelders-Utrechtse Spaarbank. De bank werd gevestigd te Wageningen.

Nutsspaarbank Wageningen, 1846-1971

Nutsvoorschotbank te Wageningen, 1893-1960

Naast de spaarbank kende Wageningen ook een hulpbank, die in 1854 was opgericht. In 1892 werd een commissie in het leven geroepen om in verband met de reorganisatie van de hulpbank een onderzoek in te stellen aangaande de oprichting van een voorschotbank. De commissie werkte samen met een commissie uit de afdeling ‘Neder-Veluwe’ der Gelderse Maatschappij van Landbouw te Wageningen, die de mogelijkheid onderzocht om een kredietbank speciaal voor landbouwers op te richten. Beide commissies kwamen tot de slotsom dat de bestaande hulpbank de beste constructie voor een kredietbank bood, mits haar statuten zouden worden aangepast. Ook mocht ze niet langer ‘hulpbank’ heten maar krediet- of voorschotbank. De kredietruimte voor individuele geldleners moest worden verruimd en de renteberekening moest worden versoepeld. De bank mocht zich niet langer met spaargelden bezighouden maar moest dat terrein overlaten aan de spaarbank. In 1893 kon de Nutsvoorschotbank, zoals de instelling inmiddels heette, haar werkzaamheden beginnen. De Nutsvoorschotbank werd in 1960 een onderdeel van de Nutsspaarbank.


Nutsspaarbank Oosterbeek, 1869 - 1971

De Nutsspaarbank Oosterbeek werd op 1 januari 1869 opgericht door het departement Oosterbeek van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen.

De spaarbank hield een keer in de twee weken zitting in een vertrek van het Gemeentehuis van Renkum. In 1909 werd te Oosterbeek een eigen kantoor in de Annastraat geopend. De openingstijden van de bank werden geleidelijk verruimd en ervaren personeel werd aangetrokken. Rond 1960 ontstond een conflict met de Gemeentespaarbank Arnhem over het werkterrein van de beide spaarbanken. Dit conflict werd in der minne geschikt. In 1971 fuseerde de bank met de Nutsspaarbank te Wageningen, de Bondsspaarbank Bennekom en de Spaarbank voor Ede tot de Gelders-Utrechtse Spaarbank.

De Spaarbank te Ede, 1872 – 1971

De Vereeniging Spaar- en Hulpbank te Ede werd op 17 juni 1872 opgericht op initiatief van A.C. de Vries Robbé. De spaarbank hield zitting in het kantoor van notaris Fischer, die ook tot de oprichters van de bank behoorde. Naast de burgerij was ook de kerk betrokken bij de oprichting. De dominee, eveneens een van de oprichters, verspreidde het nieuws van de oprichting vanaf de kansel.

Begin 1900 liet de spaarbank op de plaats van het oude gemeentehuis een spaarbankkantoor bouwen. In 1958 werd een nieuw hoofdkantoor aan het Maandereind betrokken, dat in 1967 werd uitgebreid.

De controle van de administratie werd aanvankelijk verricht door twee commissarissen uit de burgerij, te weten de burgemeester en een tweede vooraanstaande persoon uit het dorpsleven. Bij het instellen van een accountantsdienst door de Nederlandse Spaarbankbond in 1925 ging de controle naar deze instelling over.

In 1938 ging de Spaarbank over tot dagelijkse openstelling. Er kwam een betaalde kassier/administrateur en de naam werd gewijzigd in Spaarbank voor Ede. Het werkterrein van de spaarbank breidde zich geleidelijk uit. Vanaf 1948 werden zittingen gehouden in omliggende dorpen, eerst in Lunteren (1948), daarna in Bennekom (1949) en Ederveen (1951). Geleidelijk aan werden de zittingen vervangen door het oprichten van bijkantoren.

Niet alleen het werkterrein, maar ook het dienstenpakket breidde zich geleidelijk uit. Al in 1939 werd een jeugdspaarbank geopend. Vanaf 1947 behoorde ook het schoolsparen tot de dienstverlening, twee jaar later gevolgd door bedrijfsspaarregelingen. De spaarbank verleende steun aan verschillende kerkgenootschappen. De restauratie van de Nederlands-hervormde kerk werd mede gefinancierd door de spaarbank. Andere maatschappelijke instellingen ontvingen eveneens steun, bijvoorbeeld in de vorm van leningen verstrekt op voordelige condities. Een groot aantal instellingen kon profiteren van deze leningen: het Juliana ziekenhuis, de voetbalvereniging Ede, de bejaardensociëteit en de openbare leeszaal en bibliotheek. Een bijzondere lening werd verstrekt aan de aula op de begraafplaats. Deze lening werd verstrekt onder voorwaarde dat voor het gebruik van de aula geen rechten geheven werden.

In 1967 sloot de spaarbank Ede zich aan bij de Coöperatieve Administratie voor Spaarbanken te Amsterdam, waarvan het zelf mede-initiatiefnemer was. In 1971 werd de bank aangesloten op de geautomatiseerde administratie van het Computercentrum te Amsterdam. Het pand in Bennekom kreeg ook een drive-in loket. In 1971 fuseerde de bank met de Nutsspaarbank Wageningen, de Bondsspaarbank Bennekom en de Nutsspaarbank Oosterbeek tot de Gelders-Utrechtse Spaarbank. In 1972 werd het eeuwfeest van de Spaarbank onder eigen naam gevierd.


Bondsspaarbank Nijmegen, 1969-1973

In 1969 fuseerden de beide spaarbanken in Nijmegen tot de Bondsspaarbank Nijmegen. In 1972 organiseerde de Bondsspaarbank Nijmegen de Spaarbankdag. In 1973 fuseerde de Bondsspaarbank Nijmegen met de Gelders-Utrechtse Spaarbank.

Spaarbank van 1850 te Nijmegen, 1850-1969

In 1819 werd door het Nutsdepartement Nijmegen een spaarbank opgericht. Deze spaarbank van het departement Nijmegen bestond tot 1833.[1] Vanaf 1847 werden pogingen in het werk gesteld om opnieuw een spaarbank op te richten, wat in 1850 lukte.

In 1879 participeerde de spaarbank in een bouwproject waarbij niet ver van de Berg en Dalseweg woningen voor ambachtslieden werden gebouwd. In 1950 werd het honderdjarig bestaan van de spaarbank op bescheiden schaal gevierd. In 1954 kon de spaarbank op Mariënburg 67 een nieuw spaarbankkantoor betrekken. Dit gebouw, gelegen naast het kantoor van de Gelderse Spaarbank ‘Nijmegen’, had de spaarbank overgenomen van de plaatselijke vestiging van De Nederlandsche Bank. Dit gebouw werd in 1966 verbouwd. Daarnaast had de spaarbank een aantal bijkantoren, waaronder ook twee rijdende bijkantoren. In 1969 fuseerde de Bondsspaarbank van 1850 met de naastgelegen Gelderse Spaarbank ‘Nijmegen’.

Geldersche Spaarbank ‘Nijmegen’, 1919-1969

In 1919 werd de Rooms-Katholieke Spaar- en bewaarbank opgericht. In 1939 werd de spaarbank hernoemd tot ‘Geldersche Spaarbank Nijmegen’. In 1944 vierde de spaarbank haar 25-jarig bestaan onder andere met een feestelijke misviering. De bank had haar domicilie in een gebouw aan de Pauwelstraat. In 1951 betrok de Geldersche Spaarbank op Mariënburg 69 een nieuw spaarbankkantoor. In 1958 organiseerde de Geldersche Spaarbank ‘Nijmegen’ de Spaarbankdag. In 1969 werd het vijftigjarig bestaan gevierd. Datzelfde jaar fuseerde de Geldersche Spaarbank ‘Nijmegen’ met de Bondsspaarbank van 1850.

Gemeentespaarbank te Arnhem, 1834-1981

In 1819 werd te Arnhem door het plaatselijke Nutsdepartement een spaarbank opgericht. Al in 1827 werd de spaarbank geliquideerd. Het plaatselijke gemeentebestuur zag het bestaan van een spaarbank als een belangrijk middel tot armoedebestrijding. In 1834 werd te Arnhem opnieuw een spaarbank opgericht, aanvankelijk onder beheer van het Algemeen Armbestuur. In 1856 werd de spaarbank omgevormd tot Gemeentespaarbank. Reeds bij de oprichting was een reservefonds opgericht om de solvabiliteit te kunnen garanderen.

De Gemeentespaarbank breidde gestaag haar dienstverlening uit. Vanaf 1903 bestond voor scholieren de mogelijkheid om klassikaal te sparen. In 1909 werd het spaarbusje geïntroduceerd. In 1924 werd een gemeentelijke stortings- en incassodienst opgericht. In 1928 ontstond de eerste bedrijfsspaarregeling.

In 1902 werd het eerste bijkantoor gesticht aan de Klarendalseweg, In 1925 werd een bijkantoor gesticht aan de Schuttersbergweg in de wijk Geitenkamp.

De Gemeentespaarbank kwam relatief ongeschonden door de Tweede Wereldoorlog. De slag om Arnhem veroorzaakte wel plunderingen in de omgeving, waarbij de inventaris van de spaarbankkantoren werd geroofd. De inhoud van de kluizen bleef wonderwel gespaard.

Na de Tweede Wereldoorlog zette de groei van de Gemeentespaarbank zich voort. In veel nieuwe wijken werden spaarbankkantoren gesticht. Niet alleen in Arnhem werden bijkantoren gesticht; ook in de omliggende dorpen Elst, Velp en Zevenaar waren vanaf de late jaren vijftig van de twintigste eeuw bijkantoren te vinden. In 1957 werd aan het Gele Rijdersplein een imposant nieuw hoofdkantoor gesticht.

1 Het Archief Nijmegen bewaart onder toegangsnummer 357 het archief van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen, Departement Nijmegen, 1817 – 1997. In dit archief is het archief van de Spaarbank binnen Nijmegen van 1819 – 1833 opgenomen. Hierin zijn onder andere resolutieboeken over de periode 1819-1826, correspondentie, 1826-1831 en journalen, 1819-1833 te vinden. Uit het archief van de Gelders-Utrechtse Spaarbank zijn afgezonderd om te worden toegevoegd aan het archief van de Spaarbank binnen Nijmegen: stukken betreffende de oprichting, 1818-1820, wet en reglement van de spaarbank, met concept, 1819, rekening van ontvangst en uitgave, 1819 en modelformulieren, z.j.

De inleggersadministratie intussen werd op een moderne leest geschoeid. In 1957 werden de inleggersadministratie en de toen nog bestaande belastingophaaldienst gemechaniseerd. In 1967 trad de Gemeentespaarbank toe tot de Coöperatieve Administratiecentrale voor Spaarbanken.

De Gemeentespaarbank fuseerde in 1981 met de Gelders-Utrechtse Spaarbank.


Verantwoording van de bewerking

In 2001 werd begonnen met de inventarisatie van alle archieven van rechtsvoorgangers van de SNS Bank. Ook van de Gelders-Utrechtse Spaarbank werden archiefstukken aangetroffen, evenals van enkele rechtsvoorgangers. De omvang van dit archiefdeel bedroeg vijf meter. Dit archief had een fragmentarisch karakter.

In 2004 ontving het Gemeentearchief Amsterdam een aanvulling van het archief van de Gelders-Utrechtse Spaarbank met rechtsvoorgangers. De omvang bedroeg ongeveer 12 meter. Het archief werd ontdubbeld, geschoond, materieel verzorgd en beschreven. Na beschrijving werden de archiefstukken geordend naar de verschillende archiefvormers. Alleen van de Bondsspaarbank Bennekom zijn geen archiefstukken aangetroffen. Van de archiefstukken die vatbaar voor vernietiging zijn is een lijst gemaakt. De omvang daarvan bedraagt een meter.

De totale omvang van het archief na schoning bedraagt 16 meter.


Download inventaris Gelders-Utrechtse Spaarbank


Terug naar inventaris overzicht